
Levering in zowel Nederland als België
Home » Kennisbank » Dikke pir platen (120–200 mm): zo kies je de juiste dikte voor dak, vloer en wand
Dikke PIR isolatieplaten van 120 tot 200 mm gebruik je vooral wanneer je een hoger rendement wilt behalen. De kernvraag is: welke dikte past bij jouw dak, vloer of wand? In deze tekst lees je stap voor stap hoe je de juiste dikte kiest en waar je op let bij platte daken, schuine daken, vloeren en wanden. Zo maak je een keuze die past bij jouw woning, jouw budget en jouw isolatiedoel.
PIR is een hardschuim isolatiemateriaal met een lage lambdawaarde. Dat betekent dat je met relatief weinig dikte al veel isolatiewaarde krijgt. Met diktes tussen 120 en 200 mm spreek je over “dikke” PIR isolatieplaten.
Met deze diktes:
Omdat De Isolatiehal gespecialiseerd is in b-keus PIR platen, kun je juist in deze dikkere maten vaak scherp inkopen. B-keus betekent meestal cosmetische afwijkingen (kleine beschadigingen, verkleuring, afwijkende maat), maar de isolatiewaarde van het schuim zelf blijft gelijk aan A-keus.
De dikte die je kiest, hangt direct samen met de isolatiewaarde (Rc) die je wilt halen. In nieuwbouw liggen de minimale Rc-eisen relatief hoog. In renovatie gelden lagere eisen, maar veel huiseigenaren kiezen er bewust voor om direct richting “nieuwbouwniveau” te isoleren. Dat scheelt energie én geeft meer comfort.
Globaal kun je bij dikke PIR platen denken in dit soort niveaus:
De exacte Rc-waarde hangt altijd af van de totale constructie (hout, beton, luchtlagen, bestaande isolatie). Zie deze waarden dus als richting, niet als exacte berekening.
Als je weet hoe goed je wilt isoleren, kijk je per onderdeel van de woning welke dikte praktisch past. Hieronder vind je per toepassing een logisch diktebereik binnen 120–200 mm.
Bij een plat dak werk je meestal met een warm-dakconstructie: de PIR platen liggen bovenop het dakbeschot en daarboven komt de dakbedekking.
Veelgebruikte diktes:
Gebruik je bitumen dakbedekking, dan passen PIR platen met bitumen glasvlies goed in het systeem. Bij EPDM of andere dakbedekking kies je vaak voor aluminium gecacheerde PIR platen. Belangrijk is dat de ondergrond vlak is, de naden netjes aansluiten en dat je koudebruggen bij dakranden en lichtkoepels beperkt.
Bij schuine daken heb je grofweg twee situaties:
Bij hellend dak leg je de PIR platen bovenop het dakbeschot. Daar zie je vaak:
Bij 120 mm maak je al een grote sprong ten opzichte van oudere isolatie. Bij 140–160 mm kom je dichter bij de isolatiewaarden die je bij nieuwe daken ziet.
Isolatie aan de binnenzijde (tussen of onder de balken) hangt sterk af van de ruimte die je hebt. Dikke platen van 120–140 mm geven een flink effect, zeker als je de luchtdichting goed regelt. Let bij hellende daken altijd op aansluitingen bij nok, dakkapel, dakramen en gevel; een klein lek in de luchtdichting kan veel warmteverlies geven.
Bij een vloer boven kruipruimte voel je vaak tocht en koudeval als de vloer slecht geïsoleerd is. Dikke PIR platen aan de onderzijde van de vloer maken hier snel verschil.
Veel gekozen diktes:
Je monteert de platen strak tegen de onderzijde van de vloer, werkt naden af en voorkomt kieren langs balken en randen. Zo pak je niet alleen de warmteverliezen aan, maar ook tocht en koude straling.
Laat je de zolder zelf onverwarmd, maar wil je de verdieping eronder warmer maken, dan is de zoldervloer isoleren vaak de meest efficiënte keuze.
Richtlijnen:
Leg de platen zo veel mogelijk in elkaar sluitend en zorg voor nette aansluitingen bij knieschotten, trapgaten en randen. Een afwerklaag (bijvoorbeeld OSB) maakt de vloer beloopbaar.
Bij wanden weeg je isolatiewaarde af tegen verlies van binnenruimte. Ook speelt de constructie (massieve muur, houtskelet, voorzetwand) een grote rol.
Veel voorkomende keuzes:
Zorg dat de luchtdichte laag doorloopt en dat aansluitingen bij vloer, plafond en kozijnen goed dicht zijn. Dat voorkomt condensproblemen en ongewenste warmteverliezen langs kieren.
Naast de dikte kies je ook de afwerking (cachering) van de PIR plaat. De Isolatiehal levert b-keus PIR met verschillende toplagen. Die toplaag bepaalt onder andere hoe je de plaat bevestigt en welke dakbedekking of afwerking erop past.
Aluminium gecacheerde PIR platen zijn een soort universele oplossing. De aluminium laag werkt dampremmend en maakt het eenvoudig om naden af te tapen voor een luchtdichte schil.
Je gebruikt deze platen bijvoorbeeld:
PIR met bitumen gebruik je vooral op platte daken met bitumineuze dakbedekking. De bitumineuze toplaag sluit goed aan op de dakrollen en past bij de werkwijze van veel dakdekkers.
Dikke PIR platen vormen een serieuze investering, maar juist in deze diktes kun je met b-keus materiaal van De Isolatiehal veel besparen. Je profiteert van dezelfde isolerende eigenschappen als A-keus, maar dan met een vriendelijker prijskaartje.
Bij De Isolatiehal kijk je samen naar:
Zo kies je niet alleen een dikte ergens tussen 120 en 200 mm, maar de dikte die echt past bij jouw huis en jouw plannen. Dat is uiteindelijk het antwoord op de titelvraag: je kiest de juiste dikke PIR plaat door je gewenste isolatieniveau, toepassing en afwerking op elkaar af te stemmen – en daar helpt De Isolatiehal je stap voor stap bij.