Levering in zowel Nederland als België

Zo bereken je de juiste Rc met b-keus PIR isolatie

Je berekent de richtdikte van b-keus PIR voor een bepaalde Rc-waarde door eerst te bepalen welke Rc je nodig hebt, daarbij de bijdrage van andere lagen globaal mee te nemen en vervolgens de benodigde warmteweerstand (Rd) van de PIR-plaat om te rekenen naar een dikte met de formule: R = d / λ. In de praktijk ga je er bij renovatie vaak van uit dat de Rc van de constructie ongeveer gelijk is aan de Rd van de PIR-laag, waardoor je de dikte simpel mag schatten met: dikte (m) ≈ Rc × λ.

Wat betekenen Rc, Rd en lambda precies?

Om de juiste Rc te halen met b-keus PIR is het belangrijk dat je drie begrippen goed uit elkaar houdt:

  • Rc-waarde: de warmteweerstand van de hele constructie (bijvoorbeeld compleet dak of vloer), inclusief alle lagen zoals isolatie, afwerking, luchtlagen en de overgangsweerstanden binnen en buiten.
  • Rd-waarde: de warmteweerstand van één isolatielaag (bijvoorbeeld alleen de PIR-plaat). Deze bereken je met de formule R = d / λ, waarbij d de dikte in meters is en λ de lambdawaarde van het materiaal.
  • Lambdawaarde (λ): de warmtegeleidingscoëfficiënt van het materiaal in W/m·K. Hoe lager de lambdawaarde, hoe minder warmte door het materiaal stroomt en hoe dunner je kunt isoleren voor dezelfde Rd of Rc.

Bij b-keus PIR is de lambdawaarde technisch hetzelfde als bij a-keus; het gaat vooral om cosmetische afwijkingen of restpartijen. Je gebruikt dus gewoon de λ uit de productspecificatie van de partij b-keus PIR die je inkoopt.

Neem contact op voor al uw vragen!

Stap voor stap van gewenste Rc naar PIR-dikte

Stap 1. Bepaal de doel-Rc per bouwdeel

Je begint met de Rc die je voor een bepaald bouwdeel wilt halen, bijvoorbeeld:

  • plat dak: vaak Rc tussen 3,5 en 6,3 bij renovatie;
  • schuin dak: vergelijkbaar bereik, afhankelijk van doel (basisrenovatie of bijna nieuwbouwniveau);
  • gevel: vaak Rc rond 4,5 à 5,0;
  • vloer: vaak Rc rond 3,5 à 4,0.

Controleer altijd of er specifieke eisen gelden vanuit het Bouwbesluit, gemeente of subsidieregeling en neem die Rc-waarden als uitgangspunt.

Stap 2. Schat welk deel van de Rc uit de PIR moet komen

De Rc van de constructie bestaat uit de som van alle lagen (isolatie, afwerking, luchtlagen) plus de binnen- en buitenoppervlakteweerstanden. Praktisch mag je bij renovatie en nieuw isoleren vaak uitgaan van:

  • de bestaande constructie (hout, beton, dakbedekking, luchtlagen) draagt een beetje bij, maar het grootste deel van de Rc komt uit de PIR-platen;
  • voor een snelle berekening neem je daarom meestal: Rd PIR ≈ gewenste Rc.

Wil je nauwkeuriger rekenen, trek dan ongeveer 0,2 m²K/W af van de doel-Rc voor de oppervlakteweerstanden en de beperkte bijdrage van andere lagen, en gebruik dat als doel-Rd voor de PIR. Voor de meeste praktijktoepassingen is de benadering Rd ≈ Rc prima bruikbaar.

Stap 3. Pak de lambdawaarde van jouw b-keus PIR

Op de verpakking of het productblad van de b-keus PIR staat de lambdawaarde. Veelvoorkomende λ-waarden voor PIR zijn bijvoorbeeld:

  • λ ≈ 0,022 W/m·K voor hoogwaardige PIR met aluminium cachering;
  • λ ≈ 0,024–0,026 W/m·K voor platen met glasvlies of bitumen glasvlies.

Gebruik altijd de λ van de werkelijk geleverde partij b-keus PIR. Bij restpartijen kunnen verschillende typen door elkaar lopen, dus check etiketten en specificaties goed.

Stap 4. Bereken de richtdikte met de formule

De basisformule voor de warmteweerstand van isolatie is:

R = d / λ  →  d = R × λ

Omdat je de gewenste Rc meestal gelijkstelt aan de benodigde Rd van de PIR, gebruik je in de praktijk:

dikte (m) ≈ Rc × λ

Waarbij:

  • Dikte in meters is;
  • Rc de gewenste Rc van de constructie is (of de benodigde Rd van de PIR-laag);
  • λ de lambdawaarde van de PIR-plaat is.

Stap 5. Rond af naar een leverbare dikte of laagopbouw

De uitkomst van de berekening is een theoretische dikte. Je rondt deze altijd af naar een leverbare plaatdikte b-keus PIR, bijvoorbeeld:

  • 60 mm, 80 mm, 100 mm, 120 mm, 140 mm, 160 mm;
  • Of een combinatie van twee lagen, bijvoorbeeld 2 × 60 mm of 80 + 40 mm.

Leg je twee lagen, dan verspring je de naden om koudebruggen te beperken en zorg je voor een vlak, gesloten isolatievlak.

Rekenvoorbeelden met b-keus PIR

Rekenvoorbeelden met b-keus PIR

Voorbeeld 1: λ = 0,022 W/m·K (PIR met aluminium)

Je wilt een Rc van ongeveer 3,5 halen met b-keus PIR met λ = 0,022:

  • dikte = Rc × λ = 3,5 × 0,022 = 0,077 m → richtdikte circa 80 mm;
  • je kiest in de praktijk vaak een plaat van 80 mm, zodat de Rc van de totale constructie iets boven de 3,5 m²K/W uitkomt.

Voor Rc ongeveer 5,0 met dezelfde λ:

  • dikte = 5,0 × 0,022 = 0,11 m → richtdikte circa 110 mm;
  • praktisch kies je bijvoorbeeld 100 mm (iets lager dan 5,0, maar vaak voldoende in renovatie) of 2 lagen van 60 mm (120 mm) voor extra marge en betere naadafdekkingen.

Voorbeeld 2: λ = 0,026 W/m·K (PIR met glasvlies of bitumen glasvlies)

Je wilt een Rc van ongeveer 3,5 halen met b-keus PIR met λ = 0,026:

  • dikte = 3,5 × 0,026 = 0,091 m → richtdikte circa 90 mm;
  • praktisch kies je vaak een plaat van 100 mm om de Rc-waarde comfortabel te halen.

Voor Rc ongeveer 4,5 met λ = 0,026:

  • dikte = 4,5 × 0,026 = 0,117 m → richtdikte circa 120 mm;
  • je kiest dan bijvoorbeeld 120 mm, of 2 lagen 60 mm als dat beter past in je opbouw.

Deze voorbeelden zijn richtwaarden. De werkelijke Rc van de complete constructie ligt iets hoger door de bijdrage van andere lagen en de binnen- en buitenoppervlakteweerstanden.

isolatiehal-isolatieplaten-opslag-2

Specifieke toepassingen met b-keus PIR

Plat dak isoleren met afschot

Bij platte daken combineer je b-keus PIR vaak met:

  • PIR platen met bitumen glasvlies of mineraal glasvlies als hechtlaag voor de dakbedekking;
  • Afschotplaten, zodat het water goed naar de hemelwaterafvoeren loopt.

Omdat afschotplaten in dikte variëren, reken je met de gemiddelde dikte per baan. Je bepaalt eerst welke Rc je wilt, vertaalt dit naar een richtdikte met de formule en controleert of de gemiddelde dikte van de afschotplaten daarbij in de buurt komt. Sluit naden zorgvuldig en besteed extra aandacht aan randzones en opstanden om warmteverlies en lekkage te voorkomen.

Schuin dak isoleren onder de kepers

Onder schuine daken gebruik je veelal b-keus PIR platen met aluminium cachering. Je rekent opnieuw vanuit de gewenste Rc naar een richtdikte via λ en de formule. Door de aluminiumlaag werk je direct luchtdicht en dampremmend af; je tapet de naden zorgvuldig en zorgt dat de ventilatie aan de koude zijde in stand blijft. Let erop dat je niet twee volledig dampdichte lagen boven elkaar maakt (bijvoorbeeld folie plus aluminium) om condensproblemen te voorkomen.

Gevelisolatie bij beperkte spouwbreedte

Bij gevels is de spouwhoogte of -breedte vaak beperkt. Dankzij de lage λ van PIR kun je met relatief dunne platen toch een hoge Rc bereiken. Je rekent de benodigde dikte op dezelfde manier uit, rondt af naar een leverbare b-keus dikte en controleert:

  • Of de spouw voldoende open blijft voor ventilatie en waterafvoer;
  • Of aansluitingen rond kozijnen, lateien en doorvoeren goed waterkerend en luchtdicht zijn.

Vloerisolatie en drukbelasting

Op vloeren profiteer je van de hoge drukvastheid van PIR. Je rekent de richtdikte vanuit de gewenste Rc, kiest een dikte die binnen je vloeropbouw past en controleert in de specificaties of de druksterkte voldoende is voor de belasting (bijvoorbeeld zwevende dekvloer, tegelvloer, zware binnenwanden). Leg de platen vlak, sluit naden en kies waar nodig voor een dubbele laag met verspringende naden om doorlopende voegen en koudebruggen te voorkomen.

Van rekendikte naar leverbare b-keus maat

B-keus PIR is vaak beschikbaar in een beperkt, wisselend pakket diktes. Daarom ga je in de praktijk zo te werk:

  1. Reken de theoretische dikte uit met Rc × λ.
  2. Bekijk welke dikte(n) b-keus PIR er op dat moment leverbaar zijn.
  3. Kies:
    • De eerstvolgende dikkere maat als je de eis zeker wilt halen;
    • Of één maat dunner als de ruimte beperkt is en je Rc-doel vooral een richtwaarde is (bijvoorbeeld bij renovatie zonder strikte eis).
  4. Combineer lagen als één enkele plaat te dik of praktisch onhandig is, en leg de tweede laag altijd verspringend.

Hulp nodig bij het berekenen van jouw Rc met b-keus PIR?

Kom je er met de globale rekenmethode niet helemaal uit of wil je weten welke b-keus PIR diktes het best bij jouw dak, gevel of vloer passen? Stuur dan je situatie, gewenste Rc, beschikbare opbouwhoogte en het type PIR (aluminium, glasvlies of bitumen glasvlies) door. Op basis daarvan ontvang je een praktisch voorstel met passende b-keus PIR platen en een isolatieopbouw waarmee je de beoogde Rc in de praktijk ook echt haalt.