
Levering in zowel Nederland als België
Home » Kennisbank » Zo bereken je de juiste Rc met b-keus PIR isolatie
Je berekent de richtdikte van b-keus PIR voor een bepaalde Rc-waarde door eerst te bepalen welke Rc je nodig hebt, daarbij de bijdrage van andere lagen globaal mee te nemen en vervolgens de benodigde warmteweerstand (Rd) van de PIR-plaat om te rekenen naar een dikte met de formule: R = d / λ. In de praktijk ga je er bij renovatie vaak van uit dat de Rc van de constructie ongeveer gelijk is aan de Rd van de PIR-laag, waardoor je de dikte simpel mag schatten met: dikte (m) ≈ Rc × λ.
Om de juiste Rc te halen met b-keus PIR is het belangrijk dat je drie begrippen goed uit elkaar houdt:
Bij b-keus PIR is de lambdawaarde technisch hetzelfde als bij a-keus; het gaat vooral om cosmetische afwijkingen of restpartijen. Je gebruikt dus gewoon de λ uit de productspecificatie van de partij b-keus PIR die je inkoopt.
Je begint met de Rc die je voor een bepaald bouwdeel wilt halen, bijvoorbeeld:
Controleer altijd of er specifieke eisen gelden vanuit het Bouwbesluit, gemeente of subsidieregeling en neem die Rc-waarden als uitgangspunt.
De Rc van de constructie bestaat uit de som van alle lagen (isolatie, afwerking, luchtlagen) plus de binnen- en buitenoppervlakteweerstanden. Praktisch mag je bij renovatie en nieuw isoleren vaak uitgaan van:
Wil je nauwkeuriger rekenen, trek dan ongeveer 0,2 m²K/W af van de doel-Rc voor de oppervlakteweerstanden en de beperkte bijdrage van andere lagen, en gebruik dat als doel-Rd voor de PIR. Voor de meeste praktijktoepassingen is de benadering Rd ≈ Rc prima bruikbaar.
Op de verpakking of het productblad van de b-keus PIR staat de lambdawaarde. Veelvoorkomende λ-waarden voor PIR zijn bijvoorbeeld:
Gebruik altijd de λ van de werkelijk geleverde partij b-keus PIR. Bij restpartijen kunnen verschillende typen door elkaar lopen, dus check etiketten en specificaties goed.
De basisformule voor de warmteweerstand van isolatie is:
R = d / λ → d = R × λ
Omdat je de gewenste Rc meestal gelijkstelt aan de benodigde Rd van de PIR, gebruik je in de praktijk:
dikte (m) ≈ Rc × λ
Waarbij:
De uitkomst van de berekening is een theoretische dikte. Je rondt deze altijd af naar een leverbare plaatdikte b-keus PIR, bijvoorbeeld:
Leg je twee lagen, dan verspring je de naden om koudebruggen te beperken en zorg je voor een vlak, gesloten isolatievlak.
Je wilt een Rc van ongeveer 3,5 halen met b-keus PIR met λ = 0,022:
Voor Rc ongeveer 5,0 met dezelfde λ:
Je wilt een Rc van ongeveer 3,5 halen met b-keus PIR met λ = 0,026:
Voor Rc ongeveer 4,5 met λ = 0,026:
Deze voorbeelden zijn richtwaarden. De werkelijke Rc van de complete constructie ligt iets hoger door de bijdrage van andere lagen en de binnen- en buitenoppervlakteweerstanden.
Bij platte daken combineer je b-keus PIR vaak met:
Omdat afschotplaten in dikte variëren, reken je met de gemiddelde dikte per baan. Je bepaalt eerst welke Rc je wilt, vertaalt dit naar een richtdikte met de formule en controleert of de gemiddelde dikte van de afschotplaten daarbij in de buurt komt. Sluit naden zorgvuldig en besteed extra aandacht aan randzones en opstanden om warmteverlies en lekkage te voorkomen.
Onder schuine daken gebruik je veelal b-keus PIR platen met aluminium cachering. Je rekent opnieuw vanuit de gewenste Rc naar een richtdikte via λ en de formule. Door de aluminiumlaag werk je direct luchtdicht en dampremmend af; je tapet de naden zorgvuldig en zorgt dat de ventilatie aan de koude zijde in stand blijft. Let erop dat je niet twee volledig dampdichte lagen boven elkaar maakt (bijvoorbeeld folie plus aluminium) om condensproblemen te voorkomen.
Bij gevels is de spouwhoogte of -breedte vaak beperkt. Dankzij de lage λ van PIR kun je met relatief dunne platen toch een hoge Rc bereiken. Je rekent de benodigde dikte op dezelfde manier uit, rondt af naar een leverbare b-keus dikte en controleert:
Op vloeren profiteer je van de hoge drukvastheid van PIR. Je rekent de richtdikte vanuit de gewenste Rc, kiest een dikte die binnen je vloeropbouw past en controleert in de specificaties of de druksterkte voldoende is voor de belasting (bijvoorbeeld zwevende dekvloer, tegelvloer, zware binnenwanden). Leg de platen vlak, sluit naden en kies waar nodig voor een dubbele laag met verspringende naden om doorlopende voegen en koudebruggen te voorkomen.
B-keus PIR is vaak beschikbaar in een beperkt, wisselend pakket diktes. Daarom ga je in de praktijk zo te werk:
Kom je er met de globale rekenmethode niet helemaal uit of wil je weten welke b-keus PIR diktes het best bij jouw dak, gevel of vloer passen? Stuur dan je situatie, gewenste Rc, beschikbare opbouwhoogte en het type PIR (aluminium, glasvlies of bitumen glasvlies) door. Op basis daarvan ontvang je een praktisch voorstel met passende b-keus PIR platen en een isolatieopbouw waarmee je de beoogde Rc in de praktijk ook echt haalt.